Webinar – Transfer Pricing in Covid-19 Times – 1 October 2020

Taxand Netherlands is organizing a free webinar on October 1st 2020, about the impact of COVID-19 on intercompany transactions (transfer pricing). The webinar will help you to make the right amendments in your transfer pricing system, transfer pricing documentation and intra group agreements.

The webinar will cover the following topics:

  • Business restructurings because of Covid-19;
  • How to treat limited risk companies (distributor, service provider or manufacturer) when reduced profits/losses occur;
  • Do contractual arrangements already cover how to allocate reduced profits/losses?;
  • Would third parties renegotiate their contractual arrangements?
  • How to deal with intercompany financial transactions (such as loans);
  • What is the effect on existing and future APA’s?;
  • Considerations in relation to benchmark studies;
  • How to treat government subsidies;
  • How to deal with increased permanent establishment / permanent representative risk.

Presentation
Jimmie van der Zwaan, Transfer Pricing partner at Taxand Netherlands will be presenting this webinar.

Want to join?
Subscribe here to be able to view this webinar. You will receive a confirmation per email.

Date
Thursday 1 October 2020

Time
4 PM Amsterdam time (CEST)

You can view this webinar from your computer, tablet or mobile phone.

Taxand Global presents the publication of “ The ATAD Directives: A European focus on interest expense deductibility and hybrid mismatches”

As Europe needs foreign investments, the publication focusses on financing and the (differences in) implementation of the ATAD Directives by various Member States. The publication addresses deductibility of interest expense and hybrid mismatches. The aim of the publication is to provide practical, but detailed, guidance on the interpretation and application of these two items of the ATAD Directives both to tax practitioners and to international investors, with contributions from Taxand member firms in the Netherlands, Italy, Spain, Luxembourg, Germany and France.

Please click here to read the ATAD-Directives publication .

Please contact your trusted Taxand Netherlands advisor for more details.

Update COVID-19-virus: Komt u in aanmerking voor de getroffen steunmaatregelen? Waar kunt u terecht?

Het coronavirus COVID-19 beperkt momenteel het dagelijks leven van nagenoeg alle huishoudens in Nederland. Veel ondernemers gaan een onzekere tijd tegemoet vanwege teruglopende omzet en doorlopende betalingsverplichtingen.

Het kabinet heeft voorzien in een pakket aan steunmaatregelen om de financiële gevolgen van het coronavirus voor ondernemers te verzachten en hen de benodigde bestedingsruimte te geven. Daarnaast is er een aantal mogelijkheden die ondernemers zelf kunnen overwegen om hun liquiditeit te vergroten. Denk hierbij aan het verlagen van voorlopige aanslagen voor de inkomstenbelasting en vennootschapsbelasting. In algemene zin zijn de fiscale mogelijkheden waar ondernemers zelf over na kunnen denken erop gericht om belastingteruggaven naar voren te halen en de huidige acute fiscale verplichtingen binnen de kaders van reeds bestaande wettelijke mogelijkheden te beperken of te verschuiven naar later in het jaar, wanneer de liquiditeit van de onderneming is verbeterd.

Hierna treft u overzicht van de diverse steunmaatregelen. U kunt op de steunmaatregel klikken voor nadere informatie.

Daarnaast zijn er diverse sites waar u als ondernemer terecht kunt. Wij hebben de belangrijkste sites voor u opgesomd:

  • Banken kunnen aanmeldingen voor de verruimde kredietregelingen (BMKB en GO) bij de RVO doen, de uitvoeringsorganisatie van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat. Ondernemers melden zich hiervoor bij hun kredietverstrekker.
  • Voor de belastingmaatregelen kunnen ondernemers terecht bij de Belastingdienst Zakelijk via nl/coronavirus. De regelingen van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid worden zo spoedig mogelijk opengesteld.
  • Bij andere vragen over het coronavirus kunnen bedrijven kijken op nl/coronavirus of op het RIVM. Of ga naar de website van de Kamer van Koophandel.

Ook zijn er naast de steunmaatregelen nog een aantal mogelijkheden die u kunt overwegen om de financiële impact van het coronavirus te beperken. Hierbij kunt u denken aan:

  • Heroverwegen van de BTW-aangifteperiode (bijv. van maand naar kwartaal of juist andersom);
  • Factuurdata rond het einde van het BTW-aangiftetijdvak;
  • BTW terugvragen over nog onbetaalde facturen;
  • Vaststellen of beëindigen fiscale eenheid voor de BTW;
  • Voorkoming van fiscale bestuurdersaansprakelijkheid;
  • denk hierbij aan tijdig melden betalingsonmacht bij belastingschulden (met name bij loonbelasting en btw);
  • Beperken van keten- en inlenersaansprakelijkheid.

Taxand wenst u heel veel succes, sterkte en gezondheid de komende periode. Wij hebben een gezondheids- en continuïteitsprocedure in werking gesteld, zodat wij onze cliënten zo optimaal mogelijk op afstand kunnen blijven bedienen. Uw vertrouwde partner blijft dus voor u beschikbaar wanneer u vragen heeft, of overleg wilt voeren over lopende zaken of de situatie rondom het coronavirus.

Heeft u vragen over de toepassing van de maatregelen die het kabinet heeft getroffen in uw specifieke situatie, of wilt u met ons in overleg treden over andere maatregelen die u zelf kunt treffen? Neem dan vrijblijvend contact met ons op door een e-mail te sturen naar:

Wilt u liever telefonisch contact?  Belt u ons dan via telefoonnummer: +31 (0)20 43 56 400 en u wordt verbonden met de juiste fiscaal expert.

Dit bericht wordt periodiek aangevuld met eventuele nieuwe steunmaatregelen of verdere verduidelijking van reeds getroffen maatregelen. Als u dit op prijs stelt, dan informeren wij graag direct per e-mail bij eventuele aanvullingen of verdere verduidelijkingen. Stuurt u hiervoor een e-mail naar Ellen Schut (ellen.schut@taxand.nl) en zij zal zorgen dat u in de mailinglijst wordt opgenomen.

Taxand firms respond to COVID-19 outbreak

Taxand members from around the world have joined forces to share the latest news and statements relating to the COVID-19 outbreak in their countries.

In response to the spread of the Covid-19 virus, various business support measures have been put in place by many states. The purpose of this document is to present a brief summary of the measures announced per June 18th by the public authorities in the affected countries.

Please view the whole document here.

Questions?

If you have any questions, please don’t hesitate to contact Maud Kallen.

Watch webinar – Taxing the digital economy: Pillar One

The existing international tax rules may no longer capture where value is created, and many countries are implementing a unilateral digital services tax rather than waiting for international consensus. The Unified Approach on Pillar One is currently the international solution at the table. However, further development is needed and the OECD is ambitiously aiming for the end of 2020. The current COVID-19 situation encourages people to be online more, which further increases the importance of Pillar One.

The following topics will be covered in the webinar:

  • Brief overview of the unilateral digital service taxes
  • Scope of Pillar One
  • New nexus in the user/market jurisdiction
  • New profit allocation rule and the interaction with the arm’s length principle
  • Dispute resolution mechanisms

Please click here to watch the webinar.

Information?

If you would like more information, please contact Jimmie van der Zwaan or Thomas Dijksman.

Webinar “Fiscale optimalisatie van vastgoedprojecten” 15 mei 2020 terugkijken?

Op 15 mei 2020 hebben Susan Raaijmakers en Richard Meerstra van Taxand een live webinar verzorgd over de fiscale optimalisatie van vastgoedprojecten. In het webinar wordt ingegaan op de fiscale aandachtspunten van dergelijke projecten en worden op toegankelijke wijze de mogelijkheden voor optimalisatie besproken. Heeft u dit webinar gemist? Hieronder treft u de opname aan, zodat u deze alsnog terug kunt kijken.

Webinar 26 May 2020: Taxing the digital economy: Pillar One

The existing international tax rules may no longer capture where value is created, and many countries are implementing a unilateral digital services tax rather than waiting for international consensus. The Unified Approach on Pillar One is currently the international solution at the table. However, further development is needed and the OECD is ambitiously aiming for the end of 2020. The current COVID-19 situation encourages people to be online more, which further increases the importance of Pillar One.

In 2015 BEPS Action 1 identified that it is difficult to ringfence the digital economy. In 2017 the Inclusive Framework, mandated by the G20 finance ministers, delivered an interim report on the tax challenges arising from digitalisation. This report shows new business models such as the value network (Facebook) and the value shop (Intel) which have a strong reliance on intangible assets, scale without mass and data and user participation. Through several OECD public consultation documents, the Pillar One proposal is now being further developed. This proposal includes both the arm’s length principle and formulary approaches, and increases taxation in market jurisdictions. In our webinar we will get you up to speed on the issues that need to be resolved.

The following topics will be covered:

  • Brief overview of the unilateral digital service taxes
  • Scope of Pillar One
  • New nexus in the user/market jurisdiction
  • New profit allocation rule and the interaction with the arm’s length principle
  • Dispute resolution mechanisms

When?

The webinar will take place on 26 May 2020 5-6 pm (GET) and will be hosted by Jimmie van der Zwaan, Taxand Netherlands and Paolo Ruggiero, Taxand Italy.

Register?

To register, please click here.

Webinar: Remaining BEPS issues: Pillar Two on 2 July 2020

A second webinar following the Pillar One webinar (Remaining BEPS issues: Pillar Two) will be organized on 2 July 2020. For more information and to register, please click here.

NOW Versoepeling omzetdaling bij concerns

Op 22 april 2020 heeft de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aangekondigd dat de concernbepaling van de NOW subsidie versoepeld gaat worden ter behoud van de werkgelegenheid.

In eerste instantie moest er voor de aanvraag van de NOW subsidie sprake zijn van een omzetdaling van ten minste 20% op concernniveau. Indien een concern als geheel minder dan 20% omzetverlies had, dan kon de NOW subsidie niet aangevraagd worden. De kabinet heeft nu een versoepeling aangekondigd waarbij de NOW subsidie toch aangevraagd kan worden door werkmaatschappijen die meer dan 20% omzetverlies hebben, maar behoren tot een concern dat als geheel niet aan de voorwaarde van meer dan 20% omzetverlies voldoet.

Om de versoepeling mogelijk te maken worden er een aantal extra voorwaarden gesteld:

  • De werkmaatschappij moet een eigen rechtspersoonlijkheid hebben.
  • Het concern moet verklaren over 2020 geen dividend of bonussen uit te keren of eigen aandelen terug te kopen tot en met de datum van de aandeelhoudersvergadering waarin de jaarrekening over 2020 wordt vastgesteld.
  • De werkmaatschappij moet een overeenkomst met de betrokken vakbonden of de personeelsvertegenwoordiging hebben over werkbehoud bij de werkmaatschappij.
  • Het concern mag geen gebruik maken van personeel-BV’s.
  • Om te voorkomen dat niet geschoven gaat worden met omzet, personeel, interne doorbelastingen en voorraden gereed product ter maximalisatie van de NOW subsidie, zullen er aanvullende accountants controles moeten plaatsvinden.

Meer informatie?

Heeft u vragen of wilt u meer informatie, neemt u dan contact op met Sander Michaël of Annette van Scherpenzeel.

Transfer pricing consequences of the COViD-19 crisis

It has become clear now that in all sectors corporate taxpayers will be adversely affected by the Corona pandemic. It affects the global economy and companies face disruptions to their supply chains, which subsequently results in eroding profit margins. Multinational enterprises (MNE’s) are likely to see increased scrutiny by local tax authorities in the post-pandemic period, like following the 2008 financial crisis.

In order to develop a contemporaneous audit defense file, MNE’s must assess the potential impact and document as much as possible the transfer pricing positions taken during the pandemic. In this article we will provide an overview of the following attention areas: substance, permanent establishments, TP methods and benchmarks and agreements.

Substance

Accelerated by the BEPS project there is an increased focus on substance of companies. Due to the current travel bans and restrictions it is not always possible for board members to physically join board meetings. This may raise concerns about a potential change in the “place of effective management” of a company as a result of a relocation, or inability to travel, of chief executive officers or other senior executives. The OECD recently issued practical guidance on the tax consequences of the economic crisis titled ‘Secretariat Analysis of Tax Treaties and the Impact of the COVID-19 Crisis’. The OECD clarifies that it is unlikely that the crisis will create any changes to an entity’s residence status under a tax treaty. A temporary change in location of the board members and other senior executives is an extraordinary and temporary situation due to the crisis and such change of location should not trigger a change in residency, especially once the tie breaker rule contained in tax treaties is applied. Though taxpayers should still proceed with caution till the national governments have explicitly endorsed the OECD’s viewpoint. One needs to be aware, in the preparation of online board meetings, on its possible effect on the tax residency if this modus operandi progressively might not be considered incidental.

Permanent establishments and representatives

Another consequence of working from home could be triggering a foreign tax liability by having a permanent establishment (PE) or permanent representative (PR). One should be careful that the home office is not considered a PE. The guidance of the OECD on dealing with the economic crisis stated that this should not occur since a PE requires a certain degree of continuity and is not triggered by temporary measures in order to prevent an unnecessary fragmentation of the taxable income. The OECD further explicates that a home office should only be relevant if it is clear that the employer has requested the employee to constantly work from home (e.g., by not providing office space). A government intervention should not be viewed as such. Once again, one should await explicit confirmation by national governments of this viewpoint.

Transfer pricing methods and benchmarking

Many business models and international operating groups entail a single or centralized entrepreneur with low risk operating companies throughout the world, like toll manufacturers, limited risk distributors (LRD’s) and other intra group service providers. These subsidiaries with routine functions are normally considered the least complex entities and will therefore be the tested party in the benchmark analysis. In most cases these routine functions are expected to earn a relatively small but stable profit margin on a TNMM (Transactional Net Margin Method) or Cost Plus basis. Allocating losses to these routine functions is in normal circumstances highly unusual. However, this margin applies to regular business circumstances. Although LRD and toll manufacturer risks are limited, they still bear local market risks.

With regards to the transfer pricing method utilized, a distinction should be made between a TNMM, which is a net return on sales, costs or assets and categorically should not lead to a loss position, and the cost-plus method that is gross margin based. Groups suffering losses due to the pandemic should consider whether transfer pricing adjustments are required to ensure that these entities with routine functions continue to receive reasonable profits, while the principal could obtain the residual profits (or losses). Or potentially there are reasons for which the low risk entities can partly share in the losses of the group.

Since the arm’s length range is based on a comparison with historic third-party transactions, with completely different market conditions than the current economic conditions, it may be a reasonable approach to consider that the standard range does not completely reflect the current economic conditions. As a result, a lower point in the quartile range could be applied. This interquartile range of an arm’s length pricing is derived from benchmark analyses of comparable companies. Typically, this range is a three-years weighted average of the comparable profit margins. It may be necessary to rely on a single or multi-year range to adjust to the economic downturn.

Considering that the current intercompany transaction pricing may deviate from the interquartile range, it should be further discussed whether the losses of subsidiaries with routine functions, which are generated due to insufficient productivity and a slacking market demand resulting from a force majeure type of event, could trigger the termination of these intra group contracts. It could also be a reason to further update these agreements to make them more like third party contracts.

Therefore, it is essential for those companies impacted by these extraordinary circumstances, that the business impact is quantified and well documented to support the argumentation towards tax authorities of deviations between initial budgets and actual margins per entity. MNE’s should consider to amend their intercompany agreements as a consequence of the economic downturn, to support a deviation within or from the arm’s length range. This will the support the position to use a lower point in the companies’ current standard range.

The effect of government assistance

The OECD transfer pricing guidelines stipulates that there are some circumstances in which a taxpayer will consider that an arm’s length price should be adjusted to account for government interventions such as quarantines and travel bans, we currently face. As a general rule, these government interventions should be treated as conditions of the market and in the ordinary course they should be taken into account in evaluating the taxpayer’s transfer price in that market.

Various countries decided to support and subsidies companies during the pandemic crisis. It is clear from practical experience that, particularly in situations in which the cost-plus method is used for determining an arm’s length price, the question arises whether government assistance benefits should be deducted from the cost base. National tax administrations should clarify if and under what conditions, these specific emergency reimbursements can be deducted from the cost basis.

Transfer pricing documentation and APA’s

In these difficult times having in place robust and contemporaneous documentation to ensure that you have considered the local transfer pricing requirements is more important than ever. This provides the tax authorities with the necessary  information to conduct an audit and mitigates the tax risk of MNE’s.

The group should prepare corresponding transfer pricing documentation to explain which party should bear the losses or quantify the losses caused by the epidemic.

APA’s allow the taxpayer and tax authority advance certainty with respect to the at arm’s length prices to be applied. In the current crisis it is time to reconsider if the underlying assumptions still are met. Potentially the APA could be terminated if the assumptions are no longer met and not addressed. MNE’s that have entered advanced pricing agreements (APA’ s) should discuss with the local tax authorities if the impact of these extraordinary circumstances will lead to the agreement being invalidated or financials adjustments can be made in consultation with the tax authorities.

Reconsider financing structure

As a result of the pandemic outbreak MNE’s may be in more need of funds for the continuity of the business. The drastic changes in the market could trigger clauses in financing arrangements for collateral or the maximum level of debt to equity of the borrower. Companies may avail themselves to meet their financial obligations through (implicit) guarantees by the parent company. Under the new guidance on financial transactions, issued by the OECD in February 2020, it may be reasonable to renegotiate financial arrangements to more favorable terms, delay interest payments on a temporary basis, or re-characterize short-term loans as long-term loans.

As an immediate response companies that are facing difficult circumstances due to the pandemic should reconsider their intercompany financing through the following:

  • Re-examine financing structure to ensure the entities are properly capitalized, given revised budgets;
  • Consider conversion of debt into equity or re-financing. Refinancing may be a good idea in the event a quick turnaround is expected, as favorable (assuming credit rating deterioration) interest deduction will be available once profits will be back.

Practical way forward

A lot is coming to taxpayers and transfer pricing may not be the top priority at this time. However, the choices you make today have an impact in the future and can be questioned. Therefore, these choices need to be carefully considered and documented. Taxpayers should anticipate and review their transfer pricing models, if needed amend intercompany agreements and substantiate the positions taken and amendments implemented through proper documentation.

Tax authorities will focus on reviewing transfer pricing policies and outcomes for historical tax years affected by the Corona pandemic and try to distinguish between the economic effects of the pandemic versus normal market risk as a result of business conduct. As stressed above, MNE’s should document how and the extent to which business is distorted due to the pandemic outbreak and how impacted the profitability of group companies.

A transfer pricing analysis should be made substantiating why certain group companies might end up with a profitability lower than expected and the impact of changes in intercompany financing to improve cashflow. Past benchmark studies based on financials of past years are likely not appropriate.

With regards to PE risks we do not expect an immediate risk given that incidental working from home or travel restrictions of the workforce should not lead to a PE.

More information?

If you would like more information, please contact Jimmie van der Zwaan or Berend van Holthuijsen.

 

Taxand firms respond to COVID-19 outbreak

Taxand members from around the world have come together to share the latest news and statements relating to the COVID-19 outbreak in their countries.

In response to the spread of the Covid-19 virus, various business support measures have been put in place by many states. The purpose of this document is to present a brief summary of the measures announced to date by the public authorities in the affected countries.

Please view the whole document here.

Questions?

If you have any questions, please don’t hesitate to contact Maud Kallen.

 

Voorwaarden tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging behoud Werkgelegenheid (NOW) bekendgemaakt door kabinet.

Bedrijven die gedurende drie maanden een omzetdaling van ten minste 20 procent hebben – dan wel verwachten – kunnen vanaf 1 maart voor een periode van 3 maanden een tegemoetkoming van maximaal 90 procent van de loonsom ontvangen (naar rato van de omzetdaling).

Bij ondernemingen die deel uitmaken van een concern, moet de (verwachte) omzetdaling op concernniveau beoordeeld worden.

De voorwaarden die worden gesteld aan de NOW zijn onder andere dat bedrijven het reguliere salaris van hun personeel blijven doorbetalen en dat bedrijven tijdens de subsidieperiode geen aanvraag doen voor ontslag om bedrijfseconomische redenen. Daarnaast moeten bedrijven bij de aanvraag een omzetprognose meesturen. Voor deze omzetprognose moeten werkgevers de totale omzet van 2019 delen door vier (gemiddelde kwartaalomzet 2019) en dit vergelijken met de omzet van de maanden maart, april en mei in 2020. Omdat het mogelijk is dat de omzetdaling pas later zichtbaar wordt, kunnen werkgevers er ook voor kiezen om de driemaandse prognose te nemen per april of mei.

Het UWV gebruikt voor de vaststelling van de hoogte van de compensatie de gegevens uit de aangifte loonbelasting. Het is daarom van belang om tijdig uw loonaangifte in te dienen. Bovenop de loonsom (SV-loon) komt voor alle bedrijven een opslag van 30 procent voor werkgeverslasten (opbouw vakantiegeld, pensioen en werkgeverspremies). Aan het loon dat door het UWV in aanmerking wordt genomen zit een maximum per werknemer van € 9.538 per maand. Salaris boven dit bedrag wordt niet gecompenseerd. Er wordt geen onderscheid naar contractvorm gemaakt, zodat het salaris van flexwerkers ook in aanmerking komt voor compensatie.

Het UWV streeft ernaar dat bedrijven vanaf 6 april een aanvraag voor de NOW kunnen doen. De aanvraagperiode loopt tot en met 31 mei 2020. Als het UWV oordeelt dat aan de voorwaarden wordt voldaan, wordt een voorschot van 80% van de vastgestelde compensatie uitgekeerd. Het voorschot wordt uitgekeerd in drie termijnen en bedrijven kunnen binnen twee tot vier weken het eerste voorschot verwachten. Binnen 24 weken na afloop van de periode waarin de NOW is toegekend, dient de werkgever vaststelling van de compensatie aan te vragen. Op basis van een (vereiste) accountantsverklaring zal het UWV binnen 22 weken een eindafrekening doen, waarin het overschot of tekort aan compensatie wordt verrekend.

Voor de overige maatregelen verwijzen wij graag naar onze eerdere update.

Meer informatie?

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Sander Michaël en Majid Ettafahi.

Corona maatregelen en internationale sociale zekerheid

De Nederlandse overheid heeft een aantal tijdelijke maatregelen genomen om de verspreiding van het Coronavirus tegen te gaan. Door deze maatregelen werken veel mensen nu tijdelijk thuis of hebben een ander arbeidspatroon.

De Sociale Verzekeringsbank heeft op 20 maart 2020 bekend gemaakt dat dit geen gevolg zal hebben op de sociale zekerheidspositie van werknemers die normaal in de Europese Unie (EU), de Europese Economische Ruimte (EER) of Zwitserland werkzaam zijn. Deze werknemers blijven sociaal verzekerd in het land waar zij voor de invoering van de Coronamaatregelen verzekerd waren. Geen verdere actie is vereist.

Meer informatie?

Voor nadere informatie kunt u contact opnemen met Sander Michaël of Annette van Scherpenzeel.